Samenwerken tegen krimp vmbo
Landelijke ontwikkelingen zorgen voor minder aanmeldingen in het vmbo. Ook het Groene Hart Leerpark heeft hier mee te maken. Hoe gaat de school hiermee om?
Twee ontwikkelingen
Over de daling van het aantal leerlingen in het voortgezet onderwijs, met name in het vmbo, is de laatste tijd regelmatig discussie. Zo meldde EenVandaag in maart nog dat ouders regelmatig basisschoolleraren onder druk zetten om hun kind een hoger advies te geven. Vooral een vmbo-advies roept volgens EenVandaag weerstand op.
Voor het vmbo geldt dat er twee ontwikkelingen tegelijkertijd spelen. Ten eerste de daling van het aantal leerlingen in het hele voortgezet onderwijs als gevolg van de vergrijzing. De prognose van DUO gaat uit van landelijk 12 procent minder aanmeldingen in 2030 ten opzichte van 2015. In de regio rondom Alphen aan den Rijn verwacht DUO een daling van 15 tot 20 procent.
Daarnaast heeft het vmbo een slecht imago. De vele richtingen die binnen het vmbo samen komen, zorgen ervoor dat het schooltype als onoverzichtelijk ervaren wordt, of zelfs als een vergaarbak. De havo en het vwo zijn voor veel ouders de onderwijstypen die de beste kansen bieden. Een vmbo-advies is dan een teleurstelling.
“Op het Leerpark bieden we onderwijs dat kinderen stimuleert om alles uit henzelf te halen. Er zijn bij ons genoeg mogelijkheden om onderwijs te volgen op een hoger niveau wanneer een kind dit aankan.”
Keuzes maken
In februari riep minister Slob ouders op om het vmbo niet meer koste wat het kost te vermijden. “Het vmbo is niet een soort vergaarbak van kinderen die niet naar havo of vwo kunnen”, zei hij in het AD. “Dit is geen restonderwijs.” De minister hekelt de groeiende druk om leerlingen op een zo hoog mogelijk schoolniveau te krijgen. “Er heerst een maatschappelijke tendens waarin het vmbo als ‘niet goed genoeg’ wordt gekwalificeerd. Daar moet een einde aan komen”, vindt Slob, “ook omdat vmbo’ers hard nodig zijn.”
Bijna de helft van de Nederlandse kinderen krijgt een vmbo-advies. Waarom zouden zij zich minder waard moeten voelen dan andere kinderen? Het probleem met het imago van het vmbo is deels een probleem van de hele maatschappij, waarin niet-praktische beroepen in hoger aanzien staan.
In het dagelijks leven is de waardering voor hoogstaand vakwerk en goede zorg of dienstverlening juist hoog. Bovendien zijn er genoeg beroepen op mbo-niveau die prima kansen bieden op de arbeidsmarkt. Het is aan de vmbo’s om regionaal aansluiting te zoeken op de vraag vanuit de samenleving.
Om niet alleen te kunnen overleven, maar zelfs te floreren, zullen de schoolbesturen keuzes moeten maken. Welk vervolgonderwijs biedt de beste kansen? Van welke beroepen worden de leerlingen enthousiast? Op welke vakmensen zit het bedrijfsleven te wachten?
Minder brugklassers op het Leerpark
Ook het Groene Hart Leerpark heeft momenteel te kampen met minder aanmeldingen voor het volgende cursusjaar. Zo’n 99 leerlingen starten na de zomervakantie op de vmbo-school in Alphen aan den Rijn. Dit schooljaar gingen 124 leerlingen aan de slag met hun een basis-, kaderberoepsgerichte of gemengde leerweg op het Leerpark.
Wils van Leijden, directeur Groene Hart Leerpark, denkt dat de druk op kinderen in het basisonderwijs steeds groter wordt. “Ouders zijn hoger opgeleid dan vroeger en willen dat ook hun kind minimaal hbo gaan doen. Veel kinderen krijgen tegenwoordig bijles of huiswerkbegeleiding en er zijn allerlei apps om het leren te stimuleren.”
“Bij een dubbel advies van de basisschool kiezen ouders nu voor het hoogste advies, terwijl het voor kinderen beter werkt om een niveau op te stromen dan om af te stromen. Dan kan een kind gedemotiveerd raken”, stelt Van Leijden. “Op het Leerpark bieden we onderwijs dat kinderen stimuleert om alles uit henzelf te halen. Er zijn bij ons genoeg mogelijkheden om onderwijs te volgen op een hoger niveau wanneer een kind dit aankan.”
Van Leijden: “We kijken in ons onderwijs naar de talenten van het kind. vmbo-leerlingen werken met hun hoofd, hart en handen.” Petra Hoekstra, decaan op het Groene Hart Leerpark, beaamt dit. Hoekstra: “We werken hier volgens het principe van ‘Leren door doen’ en dat past heel goed bij een groot gedeelte van de jongeren die van de basisschool komen.”
Meer interessante links
Leerlingdaling.nl, speciale website van de VO-raad
Het beroepsonderwijs: Ze denken dat ik dom ben, aflevering van TROS Radar over het vmbo
Technische afdelingen vmbo dicht door tekort aan leerlingen, bericht van RTL Nieuws (licht alarmistisch)
Ons Platform, samenwerking tussen vmbo’s en mbo’s in de regio Rijnland
Toekomstperspectief
Zowel Van Leijden als Hoekstra benadrukt dat het toekomstperspectief uitstekend is voor jongeren die een praktisch beroep kiezen. “Ze verdienen een goed salaris, vaak nog meer dan bijvoorbeeld jongeren die bij een bank gaan werken of op een kantoor”, verklaart Van Leijden. Op het Leerpark staat de gehele schoolloopbaan in het teken van het kiezen van vervolgopleiding. Van Leijden hoort van ouders positieve geluiden over de Loopbaan- en Oriëntatiebegeleiding (LOB) die hun kind krijgt op het Leerpark.
Hoekstra begeleidt dit traject dat de leerlingen samen met hun coach doorlopen. “Vanaf klas 1 volgen leerlingen het ‘Ontdek je Talent’- programma om zich te oriënteren op de verschillende arbeidsgebieden”, legt ze uit. “Ze bezoeken tien verschillende ervaringsstations zoals horeca, mobiliteit & transport en zorg & welzijn. Zo ontdekken onze leerlingen waar ze goed in zijn en waar ze enthousiast van worden.”
In de les Loopbaan- en Oriëntatiebegeleiding verwerken de leerlingen hun ervaringen en houden ze een loopbaandossier bij. Hoekstra: “Erg handig voor de vervolgopleiding.”
Aansluiting met het mbo
Het Leerpark vindt de aansluiting met het mbo ontzettend belangrijk. De school werkt dan ook nauw samen met het mboRijnland. Samen met de andere Alphense vmbo-scholen organiseren ze de Go4it beroepenbeurs. Hoekstra: “Leerlingen van het tweede leerjaar maken dan kennis met twintig beroepen en opleidingen. We haken hierop in met voorbereidende lessen op school.”
Bernard Elsman, een van de communicatie-coördinatoren van het mboRijnland, stelt dat het Leerpark een voortrekkersrol heeft in de organisatie van de Go4it-beurs. Elsman: “Daarnaast is het Leerpark ook een stimulator in Ons Platform, een samenwerking tussen 15 VO-scholen en 5 mbo-instellingen in de regio Rijnland.” Zowel Hoekstra als Elsman ziet de meerwaarde van samenwerken.
Elsman: “Je hebt in veel sectoren een baangarantie. In de zorg en de horeca hebben ze echt handjes tekort. Ook in de groenvoorziening en techniek zijn er veel beroepen waar je zo aan de slag kan met een beroepsopleiding. Gezamenlijk kunnen we laten zien dat een beroepsopleiding leidt tot een succesvolle toekomst. Als mbo’er mag je echt trots zijn dat je een vak hebt geleerd en zelfstandig je broek kunt ophouden.”
Ook Hoekstra vindt dat leerlingen trots mogen zijn als ze vmbo gaan doen, net als hun ouders. “Ouders weten lang niet altijd wat hun kind bij ons op school leert en welke beroepen daar aan hangen. Eerder deze maand rondden de examenleerlingen van het Leerpark hun Proeve van Bekwaamheid af. Er waren hele mooie dingen te zien. En trots dat iedereen was op de leerlingen.”
Elsman: “We moeten onze jongeren laten zien wat een praktisch beroep inhoudt. Hoe leuk het is om een vak uit te oefenen waar je een prima boterham mee kunt verdienen. Maar dat moeten we doen met elkaar, zodat de docenten van het mbo en het vmbo van elkaar weten wat ze doen en waarom.”
“Gezamenlijk kunnen we laten zien dat een beroepsopleiding leidt tot een succesvolle toekomst. Als mbo’er mag je echt trots zijn dat je een vak hebt geleerd en zelfstandig je broek kunt ophouden.”
Kansen
Hoekstra ziet veel kansen om het imago van het vmbo te verbeteren. “Mijn droom is om leerlingen van het mbo aan een klas vmbo-leerlingen te laten vertellen wat er zo leuk en goed is aan hun opleiding en hun toekomstige beroep.”
Daarnaast wil Hoekstra eerder beginnen aan deze positieve beeldvorming door voorlichting te geven op de basisschool in groep 7 en 8. “Op die manier kun je leerlingen op jonge leeftijd kennis laten maken met mooie en waardevolle beroepen en ze laten zien dat de mensen die deze beroepen uitoefenen belangrijk zijn voor de maatschappij.”
Wils van Leijden benadrukt de goede relaties die het Leerpark onderhoudt met het bedrijfsleven in de regio. “Bedrijven komen hier presentaties houden, maar onderschat ook niet hoeveel contact we hebben via de stages van de leerlingen.” In de toekomst hoopt van Leijden nog wel een Alphense bedrijvenbezoekmiddag te kunnen opzetten. “In Nieuwkoop organiseert de Metaalvakschool dit, een middag waarop leerlingen uit het voortgezet onderwijs bij een bedrijf mogen komen kijken. Hopelijk gaan ook de Alphense bedrijven de urgentie hiervan zien. Niet alleen vanuit een maatschappelijk oogpunt, maar ook uit eigenbelang. Bedrijven willen ook in de toekomst goede vaklui aan zich binden.”